Toespraak van Chief Seattle

Introductie

De Toespraak van Chief Seattle is wereldwijd bekend. Er bestaan verschillende uitvoeringen en vertalingen, maar allemaal stemmen ze tot nadenken over wat er in de wereld gaande is, al vele jaren, eeuwen zelfs, lang.

Wim Roskam, de maker van de healing tools op deze website, heeft deze speech van Chief Seattle als inspiratie gebruikt om een nieuwe ’toespraak’ te schrijven een ‘Brief aan alle Regeringen’, met daarin het accent op de ongeziene, geheime regering. En ook aan ons allen, omdat ‘wij’ deze zogenaamde regering kracht geven als we blindelings volgen wat ons verteld wordt. Je kunt deze Brief aan alle Regeringen hier vinden.

Maar lees eerst de ó zo mooie tekst: Chief Seattle’s Speech.

 

Chief Seattle's Toespraak

in de woorden van Ted Perry

Alles op deze Aarde is gewijd in de ogen van mijn volk.
Iedere dennennaald, die glanst in de zon, elk zandstrand, elke nevel in de donkere bossen, elke open plek, elk zoemend insect is heilig in het denken en doen van mijn volk. Het sap dat in de bomen opstijgt draagt de herinneringen van de Rode Man.

Een dode Blanke Man vergeet het land van zijn geboorte als hij zijn tocht naar de sterren begint.
Onze doden vergeten dit prachtige land nooit: het is de moeder van de Rode Man. Onze doden koesteren en herinneren zich altijd de rappe rivieren, de stille voetstappen van de komende lente, de glinsterende rimpels van het water in de poel, de opzichtige kleuren van de vogels.

Wij zijn een deel van de Aarde en de Aarde is een deel van ons.
De geurende bloemen zijn onze zusters, het rendier, het paard, de grote adelaars onze broeders. De schuimkoppen in de rivier, het sap van de weidebloemen, het zweet van de pony en de mens, het is allemaal van hetzelfde geslacht.

Als dus het grote opperhoofd in Washington laat zeggen dat hij ons land wil kopen, vraagt hij wel veel van ons. Zoals het opperhoofd Seattle zegt: Het grote opperhoofd in Washington kan vast op ons rekenen, zoals onze blanke broeders kunnen rekenen op de terugkeer van de seizoenen.

Mijn woorden zijn als sterren. Zij verdwijnen niet.

Opperhoofd Washington heeft ook woorden gesproken van vriendschap en vrede. Dat is zeer goed van hem. Wij zullen uw aanbod ons land te kopen dus overwegen. Maar het zal niet gemakkelijk zijn. Want dit land is ons heilig.

Wij beleven vreugde aan deze bossen en de dansende stroompjes. Het water dat stroomt in beken is niet zomaar water. Het is het bloed van onze voorouders.

Als wij het land verkopen moet u bedenken dat het gewijde grond is en u moet uw kinderen voor altijd leren dat het heilig is. En dat elke schimmige weerspiegeling in het heldere water van het meer spreekt van gebeurtenissen uit het verleden van mijn volk.

Het murmelend water is de stem van mijn vaders vader. De rivieren zijn onze broeders; zij lessen onze dorst. De rivieren dragen, tussen de onbedorven armen van de oevers onze kano s waarheen ze willen gaan.

Als wij u ons land verkopen, moet u bedenken en aan uw kinderen leren, dat de rivieren onze broeders zijn. En ook ùw broeders en dat u voortaan net zo vriendelijk moet zijn voor de rivieren als u voor uw broeders zou zijn. Opperhoofd Seattle zal dus het aanbod van het opperhoofd Washington in overweging nemen. We zullen beraadslagen.

De Rode Man heeft zich altijd teruggetrokken voor de oprukkende blanke, zoals de nevel op de berghellingen vlucht voor de zon in de morgen. Maar de as van onze vaderen is heilig. Hun graven zijn gewijde grond en deze heuvels, deze bomen evenzeer. Dit deel van de Aarde is heilig voor ons. De Blanke Man begrijpt het niet. Voor hem is het ene stuk grond gelijk aan het andere. Want hij is een rusteloze zwerver, die komt in de nacht en van het land neemt wat hij nodig heeft. De Aarde is niet zijn broeder, maar zijn vijand. En als hij die veroverd heeft, trekt hij verder.

Hij laat het graf van zijn vader achter zich en bekommert zich daar niet om. Hij steelt de Aarde van zijn kinderen en het kan hem niet schelen. Hij vergeet het graf van zijn vader en het erfdeel van zijn kinderen. Hij behandelt zijn moeder, de Aarde, en zijn broeder, de lucht, als koopwaar, die hij kan uitbuiten en weer verkopen als schapen, brood of goedkope bonte kralen. Zijn vraatzucht zal de rijke Aarde kaal vreten en slechts een woestenij achterlaten. De blanke is net een slang die zijn eigen staart aanvreet om in leven te blijven; een staart die korter en korter wordt.

Onze wegen zijn anders dan de uwe.
Het wonen in uw steden bevalt ons niet. Ze lijken op evenzovele zwarte wratten op de huid van de Aarde. Het zien van uw steden doet pijn aan de ogen van de Rode Man, zoals het zonlicht steekt bij wie uit een donkere grot komt.

Er is in de steden van de Blanke Man geen plaats zo stil dat je het openspringen van de knoppen in het voorjaar kunt horen of het gezoem van insecten. En in de steden van de blanke is men altijd op de loop. Het lawaai schijnt alleen maar bestemd om de oren pijn te doen. En wat heeft het leven voor zin als een man niet meer de eenzame kreet van de lijster kan horen of het getwist tussen de kikkers des avonds rond de poel?

Maar ik ben een Rode Man en begrijp het niet.
Ik houd van de wind die scheert over het water van de plas en de geur van de wind zelf gezuiverd door de middagregen.
De lucht is kostbaar voor de Rode Man, want alles ademt dezelfde lucht, de dieren, de bomen, de mensen, alles heeft deel aan dezelfde lucht.
De Blanke Man let niet op de vieze lucht die hij inademt.
Als een man, die al vele dagen pijn lijdt, zo is hij verdoofd voor de stank.

Maar als wij u ons land verkopen, dan moet u bedenken dat de lucht voor ons w Aardevol is en voor onze bomen en de dieren.
De wind, die de mens zijn eerste ademtocht geeft, neemt ook zijn laatste zucht in ontvangst.

En als we u ons land verkopen, moet u het wel afgezonderd houden, gewijde grond waar ook de Blanke Man kan komen om de wind te proeven met de zoete geur van weidebloemen.
Wij zullen dus uw aanbod ons land te kopen in overweging nemen.

Als wij besluiten het aanbod aan te nemen, wil ik hier en nu een voorw Aarde stellen: De Blanke Man moet de dieren van dit land beschouwen als zijn broeders.
Ik heb gehoord van duizend rottende bizons in de prairie, achtergelaten door de Blanke Man die ze neerschoot vanuit een rijdende trein.
Ik begrijp dit niet.

Voor ons zijn de dieren onze broeders, die wij alleen maar doden om in leven te blijven.
Als we ons land verkopen moet de blanke hetzelfde doen, want de dieren zijn onze broeders. Wat is de mens zonder de dieren? Zelfs de worm houdt de Aarde zacht voor de mens om op te lopen.

Wij respecteren de graven van onze vaders, onze moeders en onze vrienden. Wij zullen hun graven nooit ontheiligen.
Noch mag de blanke deze graven ontheiligen. De graven moeten steeds open blijven voor het zonlicht en de vallende regen.
Dan zal het water zachtjes vallen op de groene scheuten en langzaam omlaag sijpelen om de geopende lippen van onze voorouders te bevochtigen en hun dorst te lessen.

Dit weten wij: Alles hangt samen als het bloed dat een familie verbindt.
Als we de slang doden, zullen de veldmuizen zich vermenigvuldigen en onze maisoogst vernietigen. Alles hangt met alles samen. Wat er gebeurt met de Aarde, gebeurt met de zonen en dochters van de Aarde.

Als we ons land aan u verkopen, wil ik hier deze voorwaarde stellen:
U moet uw kinderen leren dat de grond onder hun voeten met meer liefde reageert op onze stappen dan op de uwe, want hij is rijk van de levens van onze verwanten.
Leer uw kinderen wat wij onze kinderen leerden: dat de Aarde onze moeder is.
Wat er gebeurt met de Aarde, gebeurt met de kinderen van de Aarde.
Als een man op de grond spuwt, spuwt hij op zichzelf.
Dit weten wij: de Aarde behoort niet aan de blanke, de blanke behoort aan de Aarde.

De mens heeft het web van het leven niet geweven. Hij is slechts een draad ervan. Wat hij met het web doet doet hij met zichzelf.
Nee, dag en nacht kunnen niet samengaan.

Wij zullen uw aanbod overwegen. Wat wil de blanke dan kopen, zal mijn volk vragen. Het is zo moeilijk te begrijpen voor ons.

Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de Aarde, de snelheid van de antiloop?

Hoe kunnen we die dingen aan u verkopen en hoe kunt u ze kopen?

Is de Aarde van u om ermee te doen naar goeddunken, alleen omdat de Rode Man een stuk papier tekent en het geeft aan de Blanke Man?

Als wij zelf de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het dan van ons kopen? Kunt u de bizons terugkopen, als de laatste eenmaal gedood is?
Maar we zullen uw aanbod overwegen.

Op dit moment van zijn kracht gelooft de blanke dat hij de god is die zijn moeder (de Aarde), de rivieren (zijn zuster) en zijn Rode Broeders kan behandelen zoals hem goeddunkt. Maar de man die in staat is zijn moeder, zijn broeders en zijn zusters te kopen en te verkopen, zal ook zijn kinderen verbranden om zichzelf warm te houden.
Uw aanbod ons land te kopen, zullen wij dus overwegen.

Dag en nacht kunnen niet samen leven.
Uw aanbod lijkt ons eerlijk en ik denk dat mijn volk het zal aanvaarden en naar het reservaat zal gaan dat u voor hen hebt bestemd.
Wij zullen dan in afzondering leven, en in vrede.
Stammen bestaan uit mensen.
Niet meer dan dat.

Mensen komen en mensen gaan, als de golven van de zee. Ook de Blanke Man zal ten onder gaan, misschien nog eerder dan al de andere stammen. Bevuil uw legerstee en op een kwade dag zult u bezwijken aan uw eigen vuil. Maar in uw ondergang zult u vurig branden, aangestoken door de macht van de god die u naar dit land heeft gebracht en u om een of andere speciale reden de heerschappij heeft gegeven over dit land.

Dat noodlottig einde is voor ons een mysterie, want wij begrijpen niet wat voor leven er is als de bizons zijn afgeslacht, alle wilde paarden zijn getemd, de verborgen hoeken van het woud stinken naar de lucht van vele mannen en de bergweide in de heuvels ontsierd wordt door sprekende draden.

Waar is het struikgewas? Verdwenen! Waar is de adelaar? Verdwenen! Wat betekent het afscheid te nemen van de snelle pony en de jacht? Het einde van het leven en het begin van de ondergang.

De God van de blanke gaf hem de heerschappij over de dieren, de bossen en met een bijzondere bedoeling ook over de Rode Man. Maar wat daarachter zit is een mysterie voor de Rode Man.

Wij zouden het misschien kunnen begrijpen als we wisten waar de Blanke Man van droomt.
Van welke hoop en verwachting hij zijn kinderen vertelt in de lange winteravonden.
Welke visioenen hij graveert in hun harten, zodat zij verlangend uitzien naar de dag van morgen.
De dromen van de Blanke Man zijn voor ons verborgen. En omdat ze verborgen zijn, zullen wij onze eigen weg gaan.
Wij overwegen dus uw aanbod om ons land te kopen.

Als wij instemmen, zal dat zijn om het reservaat veilig te stellen dat u ons hebt beloofd. Daar zullen wij misschien onze weinige dagen nog doorbrengen zoals wij willen. Wij hebben weinig gemeen.

Als we ons land verkopen, zal het vol zijn met de dappere jonge mannen, de liefdevolle moeders, de slimme vrouwen en de kleine kinderen die er eens woonden en er gelukkig waren.

Uw doden vertrekken naar de sterren, maar onze doden keren terug naar de Aarde waarvan ze houden.
De blanke zal nooit alleen zijn, tenzij hij, in een verre toekomst, de bergen vernietigt, de bomen, de rivieren en de lucht.

Als het zo ver zou komen met de Aarde en de geesten van onze doden, die de Aarde liefhebben, er niet meer willen terugkeren om er hun geliefden te bezoeken, dan, in dat schelle middaglicht dat zich in de ogen boort, zal de blanke zijn woesternij bewandelen in diepe eenzaamheid.